+32 (0)3 658 80 87 | info@oogartsenpraktijkschoten.be Afspraak maken

traanwegreconstructie

Een traanwegreconstructie of dacryorhinostomie wordt uitgevoerd bij patiënten met een tranend oog waarbij er een verstopping werd vastgesteld ter hoogte van de overgang van de traanzak naar de neus.

Indicatiestelling

Tijdens de consultatie wordt bepaald waar de oorzaak van de tranenvloed ligt. Dit kan ontstaan door teveel traanproductie (reactieve tranen), door een foute positie van de oogleden, of door een vernauwde of verstopte traanafvoer. Bij onvoldoende traanafvoer wordt met behulp van een doorspuittest gekeken waar de verstopping zch juist bevindt.Bij een verstopping ter hoogte van het traanpunt of traancanaliculus, kan dit door middel van een kleine plug/stent verholpen worden onder lokale verdoving. Bij een verstopping ter hoogte van de van de traanzak naar de neus, dient een chirurgische ingreep uitgevoerd te worden om een alternatief afvoerkanaal te maken naar de neus toe (dacryocystorhinostomie). 

Preoperatief Bilan

Het maken van een alternatief afvoerkanaal naar de neus toe gebeurt in de dagkliniek en onder algemene anesthesie. Indien u bloedverdunners neemt, zal op de raadpleging besproken worden hoeveel dagen voor de ingreep u deze dient te stoppen en of er eventueel tijdelijk een alternatief gegeven wordt. Alle andere medicatie mag u verder innemen.
Gezien de ingreep onder algemene anesthesie gebeurt, dient u op de dag van de ingreep nuchter te zijn. U kan na de ingreep wat slaperig zijn en we adviseren daarom om een begeleider mee te nemen naar het ziekenhuis. Het is verboden om na de ingreep zelf met de wagen naar huis te rijden.

De Ingreep

Een kleine insnede in de huid wordt gemaakt ter hoogte van de neusrug. In de diepte wordt een opening gemaakt in het bot tussen de traanzak en de neus. Vervolgens worden zowel de traanzak als het neusslijmvlies geopend en de slijmvliezen worden aan elkaar gehecht zodat er een 'bypass' ontstaat. Op die manier vloeien de tranen opnieuw af naar de neus. Op het einde van de ingreep wordt een siliconen stent in het nieuwe afvoerkanaal geplaatst om te voorkomen dat deze door littekenvorming opnieuw zou dichtgroeien. Zolag de stent ter plaatse zit, kunnen de tranen maar deels langs de stent lopen. De tranenvloed is vaak reeds minder. Toch dient men te wachten tot de stent 6 weken na de ingreep op de consultatie verwijderd wordt alvorens de traanklachten duidelijk zullen verbeteren.

postoperatief verloop

Na de ingreep kan het onderste ooglid enkele dagen blauw en gezwollen zijn. Daarom wordt gevraagt om onmiddelijk na de ingreep zo veel mogelijk ijs op de geopereerde zijde te leggen. Verder is het afgeraden om te snuiten om te voorkomen dat er onderhuids lucht zou ophopen. U dient tevens gedurende 1 week antibioticazalf 2x daags op de wonde aan te brengen om lokale wondinfectie te voorkomen. Zorg ervoor dat u niet wrijft ter hoogte van de wonde en probeer roken te vermijden om een mooiere wondheling met minder littekenreactie te bekomen. Verder zal u 2x daags een neusspray en 4x daags helende oogdruppels te gebruiken aan de geopereerde zijde. De hechtingen worden 7 à 10 dagen na de ingreep verwijderd op de raadpleging. De stent wordt 6 weken na de ingreep verwijderd.

Neusbloedingen kunnen optreden na de ingreep. Deze stoppn meestal spontaan door de neus dicht te knijpen. Als deze te hevig is, kan ze door middel van een neustamponade gestopt worden.

Het slaagpercentage van een dacryocystorhinostomie bedraagt 80 à 90%.